content header
04 juli 2023

Aios in ziekenhuizen en ggz ontvangen aanmerkelijk hogere beloning dan aios buiten het ziekenhuis

Significante verschillen in salaris tussen artsen in opleiding tot specialist

Artsen in opleiding tot specialist (aios) werkzaam in ziekenhuizen, umc’s en de ggz-sector ontvangen aanmerkelijk meer salaris, vakantietoeslag en eindejaarsuitkering dan aios buiten het ziekenhuis zoals voor de opleidingen tot huisarts, specialist ouderengeneeskunde, jeugdarts, verslavings- en vertrouwensarts. Dat maakt de overstap van basisartsen naar een specialistenopleiding buiten het ziekenhuis minder aantrekkelijk. Dit is de meest in het oog springende uitkomst van het vandaag gepubliceerde vergelijkingsonderzoek naar het salaris en andere arbeidsvoorwaarden van aios en basisartsen.

Inkomensterugval

Concreet betekent het dat een basisarts met een aantal jaren ervaring in de medische sector (inmiddels gemiddeld 4 jaar) een inkomensterugval te verwerken krijgt tussen de € 571 en € 2.552 bruto per maand wanneer wordt gestart met een vervolgopleiding via SBOH. Deze inkomensterugval is het gevolg van een lager basissalaris en het niet volledig meenemen van ervaringsjaren bij SBOH. De inkomensval werkt daarmee een situatie van ongewenste concurrentie in de hand.

Kees Esser, voorzitter Raad van Bestuur van SBOH: “Het onafhankelijke onderzoek dat FWG Progressional People in opdracht van SBOH en in nauwe afstemming met werknemersorganisatie Landelijke vereniging Artsen in Dienstverband (LAD) heeft uitgevoerd, bevestigt wat wij al dachten. Als arts in opleiding tot specialist werkzaam buiten het ziekenhuis ben je financieel slechter af dan collega’s en de basisartsen in het ziekenhuis. Dat is heel onwenselijk, zeker wanneer je bedenkt dat er een steeds groter tekort is aan huisartsen, jeugdartsen en andere artsenberoepen die dicht bij de mensen in de samenleving staan.”

De overheid wil de komende jaren een verschuiving van de zorg uit het ziekenhuis naar buiten het ziekenhuis bewerkstelligen. Doordat er meer aandacht moet zijn voor het voorkomen van ziektes zijn er juist meer artsen buiten het ziekenhuis nodig. Aangezien SBOH bijna helemaal wordt gefinancierd via beschikbaarheidbijdragen van de NZa en subsidies van VWS, is het ministerie van VWS aan zet om de salarisverschillen op te lossen. Om een gelijkwaardige arbeidsvoorwaardenregeling in de cao SBOH te krijgen, is er per 1 januari 2024 een salarisverhoging van minimaal 15% nodig.

Cao-vergelijking

Uit de vergelijking van de SBOH-cao met de cao’s ziekenhuizen, umc, ggz, UWV, VVT, gehandicaptenzorg en SGO (GGD) valt verder op te maken dat kostenvergoedingen zoals voor reizen, verhuizen en opleiding gelijkwaardig zijn. Dat geldt ook voor bijzonder verlof-regelingen. De cao SBOH zit wat betreft vakantieverlof ten opzichte van de andere cao’s wat ‘ruimer in zijn jas’. De vergoeding voor overwerk en onregelmatigheid is in de cao SBOH gelijkwaardig en op sommige punten beter dan in de andere cao’s. Bij de pensioenbijdrage is te zien dat de cao UMC op dit punt een duidelijke plus heeft. Hoewel er geen inhoudelijke vergelijking van de pensioenregelingen is gemaakt, is wel de werkgeversbijdrage in de pensioenpremie onderling vergeleken. De cao’s van SBOH, ziekenhuizen en ggz zijn op dit onderdeel nagenoeg vergelijkbaar. 

Op de hoogte blijven van SBOH?

Meld je aan voor SBOH-nieuws!