De informatie op deze pagina is bestemd voor opleiders van een arts forensische geneeskunde.
De SBOH betaalt het salaris van aios forensische geneeskunde en de kosten van de opleiding. De opleiding forensisch arts (of: forensische geneeskunde) wordt door het ministerie van VWS gesubsidieerd. De SBOH zal deze subsidie aanvragen en verantwoording afleggen over de besteding van de subsidie. Vanuit de subsidie zal de SBOH voor alle aios de opleidingskosten betalen aan het opleidingsinstituut NSPOH.
Wat betekent dit voor de opleidingsinstellingen?
Aan de opleidingsinstellingen wordt maandelijks een bedrag in rekening gebracht als bijdrage voor de valuteerbare arbeid van de aios forensishce geneeskunde. Daarnaast betaalt SBOH aan de opleidingsinstellingen een vergoeding voor de inspanningen van degene die als opleider optreedt.
Eventuele ORT, de overwerkvergoeding en de kosten terzake dienstreizen in opdracht van de opleider/instelling worden door de SBOH doorbelast aan de instelling. De opleider - of indien gewenst een ander gemachtigd persoon binnen de instelling – krijgt de declaratie ter accordering voorgelegd.
SBOH heeft hierover afspraken gemaakt in mantelovereenkomsten met GGD GHOR. Op basis van deze mantelovereenkomsten worden overeenkomsten gesloten met de individuele opleidingsinstellingen.
Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen in de Zorg (Wkkgz)
De Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen in de Zorg (Wkkgz) kent verschillende verplichtingen voor zorgaanbieders, waaronder onder meer het ‘schriftelijkheidsvereiste’ en de ‘vergewisplicht’. Door het ‘schriftelijkheidsvereiste’ mag een zorgaanbieder alleen zorg laten verlenen door zorgverleners met wie een schriftelijke overeenkomst is gesloten. Omdat aios-mg niet in dienst zijn van de zorgaanbieders waar het praktische deel van de opleiding wordt gevolgd, zal de zorgaanbieder met de aios een aparte overeenkomst moeten sluiten om aan de verplichtingen vanuit de Wkggz te voldoen. Deze conceptovereenkomst kan daarvoor worden gebruikt.