content header

Veelgestelde vragen over financiën van SBOH

Jaarrekening SBOH 2023 
Opbrengsten: € 373,3 miljoen 
Kosten: € 372,4 miljoen
  Exploitatieresultaat: € 0,9 miljoen 
Rentebaten: € 2,8 miljoen 
  Saldo staat van baten en lasten: € 3,7 miljoen 

De opbrengsten van alle opleidingen samen waren in 2023 iets hoger dan de gemaakte kosten. Er resteerde eind 2023 ongeveer € 900.000, wat neerkomt op 0,2% van de totale begroting. In 2023 is daarnaast een bedrag aan rente ontvangen. 

Het is noodzakelijk dat de kosten in principe altijd iets lager zijn dan de opbrengsten. Op deze manier kan er een buffer opgebouwd worden. Een dergelijke buffer wordt in de jaarrekening ook wel algemene reserve genoemd. Er kunnen zich namelijk onvoorziene kosten voordoen, bijvoorbeeld als gevolg van wijzigingen in wet- en regelgeving. SBOH zal deze kosten moeten betalen, ook al is daarvoor geen dekking opgenomen in het subsidietarief wat op dat moment van toepassing is. Deze buffer kan niet ingezet worden voor structurele investeringen of verplichtingen. Eind 2024 is de buffer voor bijvoorbeeld de opleiding huisartsgeneeskunde ongeveer 6%. Dat betekent dat als er in een jaar onvoorziene kosten optreden van bijvoorbeeld totaal 5% de buffer nagenoeg verdampt zal zijn.

Het eigen vermogen van SBOH wordt geadministreerd per opleiding. Binnen de regels van de subsidieverstrekking mogen subsidiegelden van de ene opleiding niet gebruikt worden voor kosten van een andere opleiding. Het eigen vermogen bestaat uit: 

  • Geoormerkt geld waarvoor een gerichte aanvraag ingediend kan worden door bijvoorbeeld de opleidingsinstituten. De aanvragen worden beoordeeld door een externe commissie en moeten voldoen aan criteria passend bij het doel waarvoor deze gelden mogen worden ingezet. Deze gelden worden ook wel bestemmingsfondsen genoemd. Binnen de huisartsopleiding gaat dit om het Innovatiefonds en het HDS-fonds. Dit geld kan niet voor andere doeleinden worden ingezet. Voor de overige opleidingen zijn er geen bestemmingsfondsen. 

  • Geoormerkt geld met een bestemming, ook wel bestemmingsreserves genoemd. Deze gelden staan gereserveerd voor bijvoorbeeld Huisartsopleiding Nederland of SOON voor kosten van activiteiten die in de toekomst zullen plaatsvinden. Ook hier is sprake van vastliggende criteria en kan het geld niet voor een ander doel gebruikt worden. 

  • Algemene reserve per opleiding, ook wel buffer genoemd. Deze algemene reserve is noodzakelijk om onvoorziene kosten, bijvoorbeeld als gevolg van wijzigingen in wet- en regelgeving te kunnen opvangen. SBOH zal deze hogere kosten moeten betalen, ook al is daarvoor geen dekking opgenomen in het subsidietarief wat op dat moment van toepassing is. Deze buffer kan niet ingezet worden voor structurele investeringen of verplichtingen. 

Nee, de algemene reserve kan niet ingezet worden om het salarisverschil te verkleinen. De algemene reserve of buffer is bedoeld om onvoorziene kosten te kunnen opvangen waarvoor in het geldende subsidietarief geen dekking is opgenomen. Het ophogen van de salaristredes voor de aios huisartsgeneeskunde zonder dekking vanuit het subsidietarief is een structurele maatregel. Wanneer de tredes opgehoogd worden zullen ze ook in de jaren daarna, structureel dus, van toepassing zijn. Dit leidt tot jaarlijks terugkerende hogere kosten, waardoor de algemene reserve of buffer snel zal slinken. Als er dan daadwerkelijk onvoorziene kosten optreden, kan SBOH deze niet betalen en bestaat het risico van faillissement.   

Nee, SBOH kan het geld op de bankrekening niet inzetten voor het verkleinen van het salarisverschil tussen aios huisartsgeneeskunde en de overige aios binnen SBOH. Dit komt omdat het ophogen van de salaristredes voor de aios huisartsgeneeskunde zonder dekking vanuit het subsidietarief een structurele maatregel is. Wanneer deze salaristredes opgehoogd worden, zullen ze ook de jaren daarna van toepassing zijn. Om een dergelijke verplichting aan te kunnen gaan dienen de opbrengsten ieder jaar hoog genoeg te zijn.

Het bedrag op de bankrekening van SBOH is alleen van belang voor het moment van betalen van bepaalde kosten. Het zegt niets over de ruimte die er is om structurele kosten te maken. Een voorbeeld hierbij is vakantiegeld. Maandelijks bouwt iedere aios een bedrag aan vakantiegeld op. Dat zie je ook terug op je loonstrookje. Het bedrag van deze maandelijkse opbouw wordt opgenomen in de boekhouding van SBOH onder de kosten. Tijdens de periode van opbouw worden de kosten iedere maand hoger, maar er worden geen betalingen gedaan vanaf de bankrekening. In mei wordt vervolgens het vakantiegeld uitbetaald, waarbij op dat moment het geld van de bankrekening van SBOH gaat naar de bankrekening van jou als aios.   



Op de hoogte blijven van SBOH?

Meld je aan voor SBOH-nieuws!