Aan het woord is donorarts KNMG Peter van den Burg. Peter is al bijna 30 jaar werkzaam in het werkveld van de donorgeneeskunde. De meeste mensen zijn bekend met donaties van bloed, weefsels of organen. Dat in deze vakgebieden speciaal opgeleide artsen werken is minder bekend. Samen met een aantal collega-artsen heeft Peter het initiatief genomen om van de opleiding donorgeneeskunde een erkend vakgebied te maken. Dat had heel wat voeten in de aarde en was een jarenlang traject.
Nederlandse Vereniging van Donorgeneeskunde opgericht
Peter vertelt: “Om te komen tot een weloverwogen en vakinhoudelijk sterke donorarts-opleiding hebben verschillende partijen actief samen opgetrokken. Je kunt dan denken aan de organisaties die hierbij betrokken zijn zoals Eurotransplant, de Nederlandse Transplantatiestichting, Matchis en Sanquin. De artsen en de werkgevers hebben de krachten gebundeld om vast te stellen waar de overlap tussen de verschillende werkvelden zat en hoe we dat konden integreren tot een goede opleiding. Hierbij was een belangrijke stap de oprichting van de Nederlandse Vereniging van Donorgeneeskunde in 2010.”
Donorgeneeskunde werd erkend
In 2014 erkende het College Geneeskundig Specialisme (CGS) donorgeneeskunde als zelfstandig profiel binnen sociale geneeskunde en de opleiding Maatschappij + Gezondheid (M+G). Peter vervolgt: “In eerste instantie zou de opleiding tot donorarts aansluiten bij het landelijk opleidingsplan M+G. Dat bleek complex. Daarom is in overleg met KAMG en NSPOH besloten om eerste te komen tot een zelfstandige profielopleiding. SBOH was hierin voor ons een belangrijke adviseur en ook schakel met het ministerie van VWS.”
Opleiding tot donorarts opgezet
Peter laat weten dat het belangrijk was dat SBOH de relevantie van een eigen donorarts-opleiding in zag. “We zijn dankbaar voor de goodwill van SBOH om donorartsen te willen steunen.” De ontwikkelsubsidie van SBOH gaf ruimte om samen met KAMG en NSOPH een curriculum te ontwikkelen en de juiste docenten te koppelen aan de juiste onderwijsonderdelen. SBOH was ook nauw betrokken bij de gesprekken met het ministerie van VWS om structurele subsidie te verkrijgen voor het opleiden van donorartsen. Met succes: in 2023 was de tijd rijp en zijn zeven artsen gestart met hun opleiding tot donorarts KNMG. Om de opleiding zo efficiënt mogelijk in te richten, is daarna afgesproken dat iedere twee jaar een nieuwe instroom van de opleiding komt, waarbij er dan zes aios per keer kunnen starten.
SBOH-model
SBOH is vanaf de start in 2023 betrokken als financier van de opleiding. SBOH ontvangt de door VWS verstrekte subsidie en verdeelt deze over de verschillende opleidingsinstellingen. Anders dan de overige opleidingen M+G die onder de hoede van SBOH vallen, is de huidige lichting aios donorgeneeskunde nog in dienst bij hun opleidingsinstelling. Inmiddels is er voortschrijdend inzicht en gaat SBOH ook het werkgeverschap op zich nemen. “Onze aios hebben dan het voordeel van één werkgever gedurende de gehele opleiding, met dezelfde arbeidsvoorwaarden. Dat is de kracht van het SBOH-model waarin werkgeverschap en opleiden uit elkaar wordt gehaald. Daarnaast is het dan ook helder dat een arts in opleiding zich op het volgen van de opleiding richt en niet ook nog allerlei taken voor de opleidingsinstelling kan verrichten.”
Peter ziet voor de toekomst nog genoeg mooie ontwikkelingen. "Donorgeneeskunde is een relatief jong vakgebied. Nederland is uniek met een erkende opleiding. We hopen dat andere landen ons voorbeeld gaan volgen".